Theorie: pixels

20jaarpixels.png

Als ontwerper wordt je opgeleid om te abstraheren om ontwerpproblemen op te lossen. En dit is nu precies de vaardigheid waar het veel digitale beeldmakers aan ontbeert. Het model waarin een beeld opgesteld wordt wordt bepaald door het model waarin het beeld weergegeven wordt: pixels.

Links een Apple icoon uit 1984 (door Susan Kare), rechts de versie uit 2008. Het probleem in 1984 was dat Apple met twee kleuren en 32*32 pixels het concept ‘tekstverwerker’ moest communiceren. Dat ging goed. Maar het probleem in 2008 was dat iconen schaalbaar moesten zijn. De oplossing was om een icoon samen te stellen uit vijf afzonderlijke plaatjes van 16*16, 32*32, 128*128, 256*256 en 512*512 pixels. De computert rekent met 345.344 pixels. Niet elegant, niet praktisch—en ik vind het ook niet mooi.

Opdracht:

Bekijk het portfolio van Susan Kare op http://www.kare.com en lees het interview met haar uit HOW magazine op http://www.kare.com/downloads/HOW.pdf

Opdracht:

De kleine icoontjes die je naast webadressen ziet staan zijn ‘favicons’. Ze zijn 16 bij 16 pixels. Ontwerp een favicon dat een figuratief zelfportret is. Dit kun je doen in Photoshop, Paint, of een ander programma dat met pixels werkt. Je moet zelf de kleuren kiezen en de pixels aanklikken, je mag dus niet gebruik maken van textures, patterns, gradients etc.

Als je niet weet waar je moet beginnen, of gewoon geinteresseerd bent in de ‘pixel art’ subcultuur (die daadwerkelijk bestaat), bestudeer dan de
Pixel Art Tutorial.

Geen TrackBacks

TrackBack URL: http://kabk.ericschrijver.nl/edulab/mt-tb.cgi/13

Laat een reactie achter